Moeten wij de straat op om te evangeliseren? Moeten wij mensen in vreemde culturen tot bekering brengen? De vraag is of we daarmee Jezus wel echt volgen. Jezus evangeliseerde niet. Hij verkondigde het Koninkrijk van God. Dat is toch wat anders dan het ‘halve’ evangelie dat wij vaak aan de man proberen te brengen.

De opdracht die Jezus in Mattheüs 28:19 aan zijn discipelen geeft, is alle volken tot zijn leerlingen maken, volgelingen. Je zou het een oproep kunnen noemen om terug te keren naar het mandaat dat God na de schepping aan de mens gaf. Het is te lezen in Genesis 1: 28 en 29. De omgeving waarin dat allemaal moest plaatsvinden, was fantastisch, volmaakt, puur, uitbundig, groen, voorzien van het ultieme eco-keurmerk.

De zondeval, zoals we de in Genesis 3 te lezen gebeurtenissen noemen, heeft aan dan plan op zichzelf niets veranderd (Genesis 9:1-3). De Bijbel laat wel verval zien, degeneratie. Aan het eind van Genesis 11 zien we de zogenaamde volkenlijst. Laat God die volken voortaan maar een beetje aan hun lot over? Nee. Om hen met zijn heil te bereiken roept Hij Abra(ha)m. God zegent hem en maakt hem zijn bestemming en opdracht bekend: een zegen zijn voor alle volken.

Daarmee begon de verkondiging van het Goede Nieuws in feite al in het Oude Testament. Gods Oudtestamentische vertegenwoordigers (het volk Israël) waren geroepen om zijn Naam, karakter en plannen aan de volken bekend te maken. Dat wilde niet zo vlotten. Uiteindelijk stond een Man op die zijn volk de weg wees om die verantwoordelijkheid (weer) op zich te nemen. Hij breidde die zelfs uit naar de mensen uit de (heiden)volken. Want Hij gaf hun de mogelijkheid ook nakomelingen van Abraham te worden.

Twee kanten

Het goede nieuws van het Koninkrijk van God heeft twee kanten. Ten eerste is dat het ontvangen van zegen. Rechtvaardig ‘wandelen voor Gods aangezicht’ zal beproevingen met zich meebrengen, maar zal de mens in de regel voorzien van wat Hij nodig heeft in alles wat hij onderneemt.

En daarmee zijn we bij het tweede aspect van het evangelie: het wil tot zegen zijn voor ánderen. We zijn gezegend om tot zegen te zijn – dus niet om slechts in onszelf te investeren en in de dingen die onszelf (geestelijk en materieel) comfort geven. In dat opzicht kan het evangelie een heel ongemakkelijke boodschap zijn. Zegen kan niet worden losgezien van tot zegen zijn. Falen we in dat laatste, dan zal het eerste op den duur geen vanzelfsprekendheid meer zijn.

In nog een ander opzicht heeft het evangelie twee kanten. In met name evangelische kringen wordt vooral het evangelie van de redding en persoonlijke heiliging gepreekt. Door de dood en de opstanding van Jezus is er redding voor verloren zielen. Maar dat is niet het koninkrijk waarover Jezus het voortdurend heeft. Hoewel zeer beslissend, is het toch slechts een begin.

Samenleving

Jezus’ onderwijs geeft aan hoe ons persoonlijke leven veranderd moet worden (en laat me daarbij vooral ook de werking van de Heilige Geest noemen). Die transformatie moet echter ook zichtbaar worden in onze gezinnen en onze kerken. En uiteindelijk – door de kerk – in onze samenlevingen: de maatschappij. (En nog verder: in hoe landen en volken op deze aarde in dienstbaarheid aan elkaar zouden samenleven.)

Vooral dat maatschappelijke aspect van het evangelie, daarover heeft de kerk erg weinig te zeggen. Terwijl ze er juist zoveel over te zeggen zou moeten hebben. En dan bedoel ik niet in veroordelende zin vanwege al het kwaad dat we om ons heen zien. Als we vinden dat de maatschappij ‘de weg kwijt is’, hoe en door wie zou ze die weg dan terug kunnen vinden? De kerk! Als de kerk echter niet meer haar omgeving beïnvloedt, dan worden de rollen omgedraaid. Uiteindelijk zal de maatschappij de kerk gaan beïnvloeden.

Beïnvloeding vindt plaats door de diverse geledingen van de samenleving; onderwijs, media, zakenleven, entertainment, zorg en welzijn enzovoort. Moet de kerk in het zakenleven gaan? In de politiek? Nee. Maar zij kan haar leden aanmoedigen en toerusten dat de gaan doen. Niet om er te gaan ‘evangeliseren’, maar om er vorm te geven naar de principes van Gods Koninkrijk. Zodat we rechtvaardig kunnen gaan wandelen voor het aangezicht van de Heer. En het het volk goed zal gaan.

Het zijn trouwens principes die alleen al voor een doorsnee kerkganger zeer bekend en voor de hand liggend zijn. We kennen de passages uit bijvoorbeeld Galaten 5:16-26 of Romeinen 12 en 13. En wat te denken van Jezus’ onderwijs op de berg (in Mattheüs 6-7). Wie zou tegen een samenleving zijn waarin dat soort principes worden uitgeleefd? Een compleet evangelie. Is dat geen geweldig nieuws?

Internet:

No Choise

Kairos cursus

Coram Deo

Categories:

Tags:

Comments are closed